Bolivia is het land van de vele klimaten, landschappen en volken. Het meest bekend is misschien wel de Altiplano van Bolivia, de hoogvlakte op 4000 meter boven zeeniveau, met hoge bergtoppen tegen een ijle diepblauwe lucht. De inheemse bevolking loopt er vaak nog in traditionele dracht: de vrouwen met een bolhoed en een aantal rokken over elkaar, de mannen met hun mutsen met oorkleppen en hun poncho’s. Bolivia is natuurlijk meer dan de Andesregio, maar deze streek speelt wel de belangrijkste rol in de levens van de personen uit dit boek. Daarom wordt daar in deze beschrijving iets meer op ingegaan dan op de rest van het land.
ALGEMENE GEGEVENS
Bolivia is centraal gelegen in Zuid-Amerika. Het is omringd door Brazilië, Paraguay, Argentinië, Chili en Peru en heeft dus geen eigen verbinding met de oceaan. Het land is bijna 27 keer zo groot als Nederland. Er wonen nog geen 9 miljoen mensen en van hen woont ongeveer de helft in enkele grote steden. In de Andesregio liggen de steden La Paz, El Alto, Oruru en Potosí met gezamenlijk ongeveer 2,5 miljoen inwoners. Wat lager liggen de steden Sucre, Cochabamba en Tarija met samen ongeveer één miljoen inwoners. Tenslotte liggen in het tropische laagland nog enkele steden waarvan Santa Cruz met één miljoen inwoners de grootste is. Vooral de steden El Alto en Santa Cruz zijn de afgelopen decennia explosief gegroeid door migratie vanaf het platteland. De rest van de bevolking woont in kleinere steden en dorpen of verspreid op het platteland.
BEVOLKING
Ongeveer 60% van de 8,7 miljoen inwoners in Bolivia is van inheemse afkomst. Hoewel er in totaal 32 verschillende inheemse volken zijn, zijn de Aymara’s en Quechua’s die in de hooglanden wonen veruit in de meerderheid. De Aymara’s, circa 2 miljoen, wonen in het noordwesten in het departement La Paz en rond het Titicacameer. De Quechua’s, circa 2,5 miljoen, wonen verspreid over de rest van het Andesgebied. Hoewel de inheemse bevolking in de meerderheid is, golden ze tot voor kort als tweederangs burgers. Recente ontwikkelingen zijn echter dat de inheemse bevolking meer stem krijgt in de politiek en in de maatschappij als geheel. Het land is rijk aan vele inheemse talen maar de voertaal is Spaans.
NATUUR EN KLIMAAT
De natuur en het klimaat in Bolivia zijn sterk met elkaar verbonden. De hoogte en de ligging van de verschillende streken zijn erg bepalend voor de temperatuur, de neerslag en de flora en fauna. Het Andesgebergte loopt van noord naar zuid dwars door Bolivia heen. Het bestaat uit twee evenwijdig lopende ketens met daartussen het Tititicameer in het noorden van Bolivia en de hoogvlakte in het midden en zuiden van Bolivia.
In de tijd van de Inca’s en de Spanjaarden was dit gebied het dichtst bevolkt omdat het transport van noord naar zuid eenvoudig is. Je hoefde immers geen bergen te passeren. De bergketens reiken tot hoogten van boven de 6000 meter en op veel toppen ligt eeuwige sneeuw. Deze sneeuwkappen leveren drink- en irrigatiewater, onder andere voor El Alto en La Paz. Vanwege de klimaatsverandering smelten ze echter in hoog tempo. De Andes kent jaarlijks een natte en een droge tijd. In het noorden kan er in de regentijd wel 700 mm neerslag vallen, maar in het zuiden niet veel meer dan 150 mm. Ook koelt het ’s nachts vaak af tot onder het vriespunt, zeker in de droge tijd die samenvalt met de winter. Door de hoogte kan het dan bitter koud zijn, terwijl het overdag 15 graden wordt met een felle zon. Het zonlicht wordt immers maar weinig gefilterd door de atmosfeer. Het klimaat in de Andesregio is dan ook semi-aride. Dat is dus niet omdat het nooit regent, maar vanwege de langdurige droge periode en de hoogteligging.
Gewassen die in de Andes kunnen overleven zijn knolgewassen als de aardappel en granen als quinua en amaranto. Met de toepassing van irrigatie, iets dat al lang voor de Spaanse overheersing door de inheemse bevolking was ontwikkeld kunnen ook andere gewassen worden verbouwd. In Bolivia zijn tenminste vijf soorten irrigatie ontwikkeld die alle hun eigen toepassingen hebben.
Ten westen van de Andes liggen Peru en Chili. Ten oosten liggen lagere gebergten als de Yungas en een aantal valleien. De Yungas hebben een subtropisch klimaat. Er valt veel regen en het gebied is erg vruchtbaar en groen. De gebergten zijn wel instabiel waardoor het moeilijk en kostbaar is om wegen aan te leggen en te onderhouden. Bij iedere regentijd zijn er weer aardverschuivingen en ontstaat er veel hinder voor het transport van mensen en goederen. Ook zijn de wegen kronkelig en komen er regelmatig fatale ongelukken voor waarbij auto’s, bussen en vrachtwagens in een ravijn storten.
Het oosten en noorden van het land is laaggelegen en glooiend tot vlak. De vegetatie varieert in met name de departementen Pando en het noorden van La Paz is er tropisch regenwoud. Bolivia staat bekend om zijn duurzame exploitatie van het regenwoud. Het hout dat wordt gekapt wordt ook steeds meer in Bolivia zelf verwerkt tot meer hoogwaardige producten als kozijnen, houten vloerdelen en parket. In Beni is sprake van extensieve veeteelt en kleinschalige landbouw. Grote delen van Beni lopen jaarlijks in de regentijd onder water en daardoor leent het gebied zich niet voor permanente bebouwing of gewassen. Bij overstromingen leidt men de dieren naar hogere gronden, maar soms lukt dat niet op tijd. Dan sterven grote aantallen dieren door verdrinking. In Santa Cruz treft men veel grootschalige landbouwactiviteit aan. De uitgestrekte vlakten, de warmte en de regenval zijn geschikt voor het verbouwen van soja, suikerriet en rijst.
In het zuidoosten van het land kom je in een savannegebied, de Chaco. Dit grenst aan Argentinië en Paraguay. Het is een droog gebied, maar een deel van de Chaco wordt doorstroomd door de Paraguay rivier die zijn water van elders krijgt. In het zuiden van Bolivia is sprake van een droog klimaat met lokaal grote verschillen in neerslag. Deze verschillen worden veroorzaakt door de ligging van de bergruggen. In Tarija, het zuidelijkste departement, wordt steeds meer wijn verbouwd. Het zijn de hoogst groeiende wijnstokken ter wereld. Men zegt dat de wijn een geneeskrachtige werking heeft omdat het door de hoogte veel antioxidant bevat. Ook in het zuiden, maar dan richting Chili, ligt een bijzonder gebied met een groot zoutmeer (het Salar de Uyuni), vulkanen, lagunes en prachtige gebergten.
GESCHIEDENIS VAN BOLIVIA
Lang voordat Bolivia een staat was werd het land al bewoond. Ongeveer 7000 jaar geleden begonnen volken de centrale Andes te bewonen. Ze teelden aardappels, bonen, granen als quinua en maïs, fruitbomen en coca. Ook fokten ze kameelachtigen als lama’s en alpaca’s. Een alpaca lijkt op een lama maar is kleiner en heeft veel meer wol die ook nog van betere kwaliteit is. De streek rond het Titicacameer profiteerde bovendien van de visrijkdom die het meer bezat. Zo kon men de bevolking onderhouden en stichtte men geleidelijk aan dorpen en steden.
Van ongeveer 300 vóór Christus tot 1000 na Christus, was Tiwanaku, ten zuiden van het meer, middelpunt van een rijk dat reikte van de Stille Oceaan tot het Amazonewoud. In die periode werden onder andere de tempel Kalasasaya en de Poort van de Zon gebouwd. Men denkt dat in de bloeitijd tussen de 60.000 en 120.000 mensen in de stad Tiwanaku woonden. Idelfonso Cortés vertelt in zijn levensverhaal over de ontwikkelingen in Bolivia vanaf de culturen van Chiripa, Tiwanaku en de Inca’s, tot aan de Spaanse invasie.
De Spanjaarden veroveren in de jaren 1532 en 1533, onder leiding van Francisco Pizarro, het gebied dat nu Bolivia heet en maken er een Spaanse kolonie van. De spits van de maatschappelijke piramide wordt gevormd door Spanjaarden en in Bolivia geboren nazaten, de zogenaamde Criollos. De meerderheid bestaat echter uit de inheemse bevolking die in de praktijk vooral worden gebruikt door de elite. Ze werken als slaven in de mijnen en op de haciënda’s. Hun leven wordt bepaald door de mijndirecteuren, de hacendados en de bestuurders van het land. Het klinkt tegenstrijdig maar het is juist deze elite van criollos die op een gegeven moment de inheemse bevolking achter zich krijgt om zich te bevrijden van de Spaanse kroon.
De strijd om onafhankelijkheid begint rond 1800 en op 6 augustus 1825 wordt de onafhankelijkheid een feit. Simón Bolívar heeft daarin een groot aandeel en daarom wordt de nieuwe staat Bolivia naar hem genoemd. Voor de meerderheid van de bevolking is het trieste dat de onafhankelijkheid geen vrijheid brengt. De situatie van onderdrukking wordt nog verergerd doordat wat hen rest aan eigen land en samenlevingsstructuren wordt afgenomen. De geschiedenis van de jonge staat kenmerkt zich door vele regeringswisselingen en staatsgrepen. Ook verliest Bolivia grote stukken grond aan de omringende landen in de vele oorlogen die met Chili, Peru, Brazilië, Argentinië en Paraguay worden gevoerd. Extra pijnlijk is de zeeoorlog met Chili waarbij Bolivia de grensstrook aan de Stille Oceaan verliest. Daarna heeft Bolivia geen toegang meer tot de zee en vaart de marine alleen nog op enkele grote rivieren en op het Titicacameer. Een andere oorlog met verstrekkende gevolgen is de oorlog in de Chaco (1932 – 1935). Inzet van de oorlog zijn oliebelangen. Hierover vertelt Carla Espósito in haar verhaal. Dan komt er een belangrijk jaar: 1952. In dit jaar vindt een revolutie plaats onder leiding van Victor Paz Estenssoro. Zijn Movimiento Nacional Revolucionario (MNR) komt aan de macht en er wordt een groot aantal ingrijpende hervormingen doorgevoerd. Het leger wordt ingekrompen, de tinmijnen komen in handen van de overheid en er wordt begonnen met grote landhervormingen. In hetzelfde jaar wordt er algemeen stemrecht ingevoerd, zodat ook de inheemse bevolking kan deelnemen aan de democratie. Hoewel de revolutie begint als een linkse beweging ter bevrijding van de onderdrukte meerderheid, ontstaat er al gauw een nieuwe elite en een kapitalistisch georiënteerde samenleving die sterk onder invloed staat van de Verenigde Staten van Amerika. Vervolgens volgen staatsgrepen elkaar op. Belangrijke dictators zijn onder andere generaal Barrientos en Hugo Banzer.
De inheemse bevolking blijft de prijs betalen voor de rijkdom van de elite, bijvoorbeeld in de mijnen van Bolivia. Toch komt er aarzelend een kentering in het land. Zo gaan er in 1977 een viertal vrouwen in hongerstaking. Hun protest groeit uit tot een landelijke hongerstaking en uiteindelijk zwicht Banzer in januari en schrijft hij verkiezingen uit. Pas in 1982 is er sprake van een min of meer democratisch gekozen landsbestuur. Het economische beleid blijft een speelbal van de belangen van de elite en buitenlandse partijen, maar de tijd van staatgrepen is voorbij. De economische koers is steeds meer die van een neoliberale maatschappij waarbij staatsbedrijven worden geprivatiseerd en subsidies worden afgebouwd. In 1985 keert de MNR terug met president Gonzalo Sanchez de Lozada. Hij moderniseert het land met hervormingen waarbij sociale ontwikkeling en het stimuleren van de vrije markt worden beoogd. In 2003, als de Lozada opnieuw president is, breekt er een opstand uit van ambtenaren en arbeiders tegen een zware belastingverhoging. Ook raken politie en het leger slaags met elkaar en vallen tijdens rellen vele doden. De rellen slaan ook over naar Cochabamba en Sucre en uiteindelijk treedt het voltallige kabinet af. Na de Lozada is er in feite een overgangsperiode naar het heden.
In 2005 is er in Bolivia met 54% van de stemmen een president van inheemse afkomst verkozen: Evo Morales Ayma. Ook heeft zijn partij de ‘Movimiento al Socialismo’ (Socialistische Beweging) een meerderheid in het Huis van Afgevaardigden. Dit is een unicum in Zuid-Amerika. Zijn regering zet in op de wijziging van de grondwet, het opnieuw nationaliseren van de gaswinning en distributie, het doorvoeren van landhervormingen en het weer in ere herstellen van de diverse culturele identiteiten van het land en haar bevolking. Met vallen en opstaan is de regering er in geslaagd op al deze terreinen vooruitgang te boeken. Veel nieuwe ministers zijn onervaren en soms maar nauwelijks opgewassen tegen hun taak. Daarbij moet men strijden tegen de grote tegenwerking van de belangen van de oude elite en tegen de corruptie binnen het eigen apparaat. Toch is de huidige regering een betere afspiegeling van de bevolking van Bolivia en is de hoop dat zij werkelijk een verbetering kan brengen in het lot van de grote meerderheid van Bolivia die in armoede leeft.
BOEKEN EN ARTIKELEN OVER BOLIVIA
Hier vindt u een overzicht van boeken met informatie over Bolivia en in het bijzonder over het Andesgebied. Mist u een boek in de lijst? We zijn erg benieuwd van u te horen!
- Berg, Hans van den (1993). Aymara-godsdienst. In de bundel: Geen feest na vijfhonderd jaar. Godsdienst, grond en mensenrechten in Latijns-Amerika. Nijmegen: Katholiek Studiecentrum.
- Canessa, Andrew (1998). Evangelical Protestantism in the Northern Highlands of Bolivia. In: Studies in World Cristianity. Edinburg: Univerity Press.
- Estermann, Josef (2006). Filosofía Andina. Sabiduría indígena para un mundo nuevo. La Paz: ISEAT (Colección “Teología y Filosofía Andinas” no. 1).
- Estermann, Josef e.a. (2006). Teologína Andina. El tejido diverso de la fe indígena. Tomo I y Tomo II. La Paz: ISEAT en Plural.
- Estermann, Josef (2009). Dubbele loyaliteit of nieuw heidendom? Onderzoek naar de samensmelting van religies in de Andes. Amsterdam: Chakana Cahiers 1.
- Oostra, Menno en Malaver, Leonor (2003). Mensen – Politiek – Economie – Cultuur – Milieu. Landenreeks. Amsterdam/Den Haag: Koninklijk Instituut voor de tropen / Novib.
- Swaney, Deanna (2001). Melbourne-Oakland-London-Paris: Lonely Planet Publications.
- Teeffelen, Kees van (samenstelling, 2002). Te gast in Bolivia. Reisimpressies – achtergrondartikelen – praktische tips. Nijmegen: Informatie Verre Reizen V.O.F.
- Timmer, Hilvert (2005). De kosmos fluistert zijn namen. De magische kosmologie van de Boliviaanse hooglandindianen in een ontmoeting met de stad. Amsterdam: Aksant.
- Vogel, H. PH. (1983, 1992). Geschiedenis van Latijns-Amerika. Historisch overzicht van Latijns-Amerika, met de nadruk op een aantal constante thema’s uit de Latijns-Amerikaanse geschiedenis. Utrecht: Aula.